Om te beginnen bij het begin
Wanneer er voor het eerst mensen hebben gewoond op de plek die we nu Amsterdam noemen, is niet bekend. Laten we zeggen dat het ongeveer in 1200 geweest moet zijn. De eerste vermelding op schrift van het stadje is geweest in 1275, 27 oktober 1275 om precies te zijn. Graaf Floris de Vijfde verleende burgers van Amsterdam vrijheid van tolheffing in het hele graafschap Holland. Heel nuttig voor de economie natuurlijk. Die vrijbrief hebben we nog steeds, op 27 oktober jaarlijks te zien in het Stadsarchief aan de Vijzelstraat. Er staat overigens niet Amsterdam in die brief, maar Amestelledamme. En veel zeer- en hooggeleerde dames en heren menen daarin Amstelledamme te lezen, hetgeen betwijfeld kan worden, maar daarover later meer.
Amstelledamme toeristenstad
Een doodzieke man die aan de Kalverstraat woonde, kreeg van de pastoor het Sacrement der Stervenden. De hostie die hij kreeg, braakte hij echter uit en de huishoudster gooide het braaksel in de brandende open haard. De volgende morgen vond ze de hostie ongeschonden in de as terug. Pastoor en bisschop verklaarden dat dit een wonder was en men bouwde op de plek van het huis van de zieke man een kapel, de Nieuwe Zijds Kapel. Dat wonder trok vele bedevaartgangers aan, die uiteraard logies, voedsel en souvenirs wilden. Zo werd de basis voor Amsterdam als toeristenstad gelegd. Men legde zelfs een geplaveide weg aan, de Heiligeweg, waarvan we nu nog een stukje in de binnenstad over hebben, maar die oorspronkelijk via de Leidsestraat en de Overtoom tot aan het dorp Sloten liep.
Geef uw reacties via hjcras@gmail.com