Geboren in Noordwijk-Binnen 24 december 1869, overleden 21 november 1952 te Amsterdam.
Henriëtte Roland Holst was een vrouw met een markant karakter. Door erfenissen steenrijk, maar heel haar leven strijdend voor de verbetering van de leefomstandigheden van de arbeider. Tegelijkertijd schiep zij aan de lopende band gedichten, biografieën, politieke geschriften en vertaalde zij de ‘Internationale’, het strijdlied van de socialisten, in het Nederlands.
Bron: Wikipedia
Aanvankelijk was Jet voorstander van – desnoods bloedige – revoluties om de arbeider te bevrijden van het juk der kapitalisten. Juichend besprak ze de Russische revolutie in 1917. Hoe het mogelijk is dat een zachtzinnig mens bloedvergieten noodzakelijk kan vinden, lijkt verklaarbaar te zijn door het van psychoanalytische zijde bedachte begrip van onschuldfantasieën.
In de biografie die Elsbeth Etty over Jet Roland Holst heeft geschreven, haalt zij het boek van Grietje Dresen aan dat ‘Onschuldfantasieën’ als titel heeft.
Deze biografie geeft niet alleen op begrijpbare wijze de levensloop van Roland Holst weer, maar ook wordt omstandig uit de doeken gedaan hoe het socialisme en het communisme in Nederland en internationaal zijn ontstaan en zich hebben ontwikkeld. Jet Holst heeft daar heel lang een dominante rol in gespeeld. Midden in haar leven keerde ze zich echter van de stalinistische aanpak af en bekeerde zich tot een christelijk geïnspireerd humanisme dat onderdak had gevonden bij de Woodbrookers. Deze vereniging heeft veel bijgedragen aan de oecumene.
Henriëtte Roland Holst kreeg van de Amsterdamse Universiteit na de oorlog een eredoctoraat en als dichter is zij een paar keer genomineerd voor de Nobelprijs. Ter viering van haar tachtigste verjaardag werd in de Stadsschouwburg te Amsterdam haar toneelstuk ‘Thomas More’ opgevoerd met Cor Hermus in de hoofdrol. Na afloop was een souper gepland in Américain. Toen Jet vernam dat elk couvert f 17,50 zou kosten, vond ze dat veel te duur en weigerde te komen. Annie Romein-Verschoor regelde toen dat het een kippenboutje met appelmoes werd. In gezelschap van burgemeester d’Ailly, minister-president Willem Drees en vele anderen heeft zij dat met genoegen gesavoureerd.
In haar leven is ’tante Jet’ voortdurend tot het uiterste van haar kunnen gegaan. Uitputting sloeg soms toe en dan moest ze voor een rustkuur in een kliniek of in een rusthuis/pension worden opgenomen. Dat was vaak in Amsterdam-Zuid, waar vrienden in de buurt woonden. In 1939 woonde Jet in pension ‘Klimophuis’ aan de Prins Hendriklaan 14. In mei 1940 was dat in pension De Haas, Tesselschadestraat 23, en verderop in de oorlog huisde ze vaak in het logeerkamertje van Johannes Post in het Nieuwe Huis aan het Roelof Hartplein. In 1943 werd het Nieuwe Huis door de Duitsers ontruimd en ging Jet naar ‘Huize Rijkers’ aan de Apollolaan 28.
In de oorlog was de gezondheidstoestand van Jet opmerkelijk goed. Haar man Rik, die altijd overbezorgd met haar omging, was in 1938 overleden.
Na de oorlog mocht ze ook meemaken dat Indonesië zelfstandig werd, een ontwikkeling waarvoor ze al decennia had gestreden. Een collumfractuur door een val werd onder lokaalanaesthesie geopereerd, waarbij Jet zich concentreerde op het hardop reciteren van het ‘Wilhelmus’, waarvan ze alle zesentwintig coupletten uit het hoofd bleek te kennen. Vanuit het ziekenhuis ging ze naar rusthuis ‘De Zonnewijzer’, van Eeghenstraat 64, waar ze na een kort ziekbed op 21 november 1952 rustig is ingeslapen.
Tot slot een gedicht van Henriëtte Roland Holst:
De zachte krachten zullen zeker winnen
in ’t eind – dit hoor ik als een innig fluistren
in mij: zo ’t zweeg zou alle licht verduistren
alle warmte zou verstarren van binnen.
De machten die de liefde nog omkluistren
zal zij, allengs voortschrijdend, overwinnen,
dan kan de grote zaligheid beginnen
die w’als onze harten aandachtig luistren
in alle tederheden ruisen horen
als in kleine schelpen de grote zee.
Liefde is de zin van ’t leven der planeten,
en mense’ en diere’. Er is niets wat kan storen
’t stijgen tot haar. Dit is het zeekre weten:
naar volmaakte Liefde stijgt alles mee.
Henk Ras
Vrienden Oud-Zuid
Historie en Cultuur!
Literatuur
– Dresen, Grietje, Onschuldfantasieën, Offerzin en heilsverlangen in feminisme en mystiek, Sun, Nijmegen, 1990
– Etty, Elsbeth, Henriëtte Roland Holst 1869-1952,
Liefde is heel het leven niet,
Olympus Uitgeverij Contact, 1996, 7e druk 2000