Deel 4 – de Geschiedenis van Oud-Zuid

Over de gemeentegrens met veel voeten in de aarde
De poort onder het Rijksmuseum moest de toegangspoort vormen tot een groots opgezet nieuw stadsdeel. Het erachter liggende Museumplein met aan beide zijden fraaie villa’s, omvatte de eerste fase van de uitvoering van de plannen die de uit Roermond komende architect Pierre Cuypers had bedacht. Cuypers was opgeleid in Antwerpen en had zich gespecialiseerd in neogotische bouwkunst bij de Fransman Eugène Viollet-le-Duc. Ook had hij reeds getoond een bekwaam ondernemer te zijn, toen hij na terugkeer in Roermond een atelier opzette waar men beelden voor de nieuw te bouwen katholieke kerken maakte. Katholieke kerken bouwen was in Nederland immers sinds de Republiek (1581, Plakkaat van Verlatinghe) verboden geweest. En hoewel Napoleon dat bouwen weer mogelijk had gemaakt, moesten die nieuwe kerken in de eerste helft van de 19e eeuw wel de instemming van het Ministerie van Waterstaat hebben. En dat leidde niet tot geweldig geïnspireerde bouwwerken. Zie het klassieke voorbeeld van een waterstaatkerk, de Mozes en Aäron op het Waterlooplein.

Nee, Cuypers zou dat anders doen en hij werd daarin gesteund door Jozef Alberdingk Thijm, die het zou brengen tot directeur van de Kunstacademie en door Jan Willem Brouwers, pastoor en redacteur van het Katholieke dagblad De Tijd, die voornemens was bisschop te worden. Zij wilden eigenlijk de stad weer het aanzien van een middeleeuwse, katholieke stad geven. Nu, dat gaf heel wat weerstand in het van oudsher door gereformeerde heren bestuurde Amsterdam. De plek aan het IJ van het mede door Cuypers gebouwde Centraal Station was al door minister Thorbecke tegen de zin van de Amsterdammers doorgedrukt. De toewijzing van de bouw van het Rijksmuseum aan Cuypers was vooral aan de invloedrijke katholieke Haagse ambtenaar jhr Victor de Stuers toe te schrijven. En Cuypers maakte er in de ogen van Koning Willem III een verstard neogotisch bisschopspaleis van dat hij daarom weigerde te openen.

Niettemin, Cuypers vestigde zich aanvankelijk aan het begin van de Vondelstraat in een oud etablissement, ontwierp een aantal villa’s aan die straat en de Vondelkerk, die hij midden in de straat plaatste, omdat de godsdienst naar zijn opvatting immers midden in de maatschappij moest staan. Vlakbij die kerk bouwde hij nog twee villa’s voor zichzelf, op de laatste waarvan zijn strijd met de overheid picturale uitdrukking heeft gekregen. Tenslotte werd hem nog het ontwerp van het voetstuk van het beeld van Vondel in het park gegund, waarbij de vier muzen volgens het stadsbestuur wel erg duidelijke engelenvleugels hadden gekregen.

Dat stadsbestuur had bij het uitbreiden van het gebied van de stad niet alleen te maken met het bovenbeschreven katholieke driemanschap. De zuidelijke buurgemeente NieuwerAmstel lag eveneens dwars en merkwaardigerwijze was ook de kaarsenfabriek aan de Boerenwetering een ernstige hinderpaal.

Het concertgebouw in 1888 gebouwd op het grondgebied van NieuwerAmstel
Bron: Archief Amsterdam
NieuwerAmstel
Deze gemeente lag onmiddellijk aan de gemeentegrens van Amsterdam, die sinds de 17e eeuw op honderd gaarden van de stadsmuur lag, dat wil zeggen in bijvoorbeeld de tuinen van de huizen aan de Van Baerlestraat aan de kant van het Concertgebouw. De gemeentegrens had een nogal golvend karakter, doordat ze uiteraard de vooruitstekende bastions volgde. Het Concertgebouw lag daardoor in het gebied van de gemeente NieuwerAmstel, hetgeen mogelijk was doordat de initiatiefnemers de grond van die gemeente hadden gekocht.

NieuwerAmstel heeft zich wel veertig jaar krachtig verzet tegen gedeeltelijke annexatie door Amsterdam, op het laatst onder andere bij monde van de burgemeester Alexander Boers en de reeds eerder genoemde Jan Willem Brouwers. Het is niet toevallig dat de twee noordelijkste straten van NieuwerAmstel naar hen zijn genoemd. En het is wel opvallend dat Amsterdam dat zo heeft gelaten toen de annexatie tenslotte in 1896 door de betrokken minister was verordonneerd. Het nieuwe gemeentehuis aan de Amsteldijk, de politiepost annex brandweerkazerne op de hoek van Museumplein en Van Baerlestraat en de middelbare school aan de Roelof Hartstraat (ook al een bewoner van NieuwerAmstel), die NieuwerAmstel in de laatste jaren voor de annexatie als ultieme poging om het grondgebied te behouden had neergezet, werden opeens Amsterdams.

Uiteindelijk was het ook weer een ministeriële beslissing geweest die uiteindelijk in 1896 de doorslag gaf. NieuwerAmstel moest een groot deel van haar grondgebied afstaan. De grens kwam te liggen waar nu de Kennedylaan en Pr. Irenestraat lopen. Burgemeester en wethouders van NieuwerAmstel vergaderden nadien geruime tijd in een achterzaaltje van het plaatselijk café. Hun stadhuis werd gemeente-archief van Amsterdam.

De waskaarsenfabriek “die Honingbije”
Bron: Archief Amsterdam
De waskaarsenfabriek aan de Boerenwetering
Aan de Boerenwetering, waar nu de Pieter de Hooghstraat en de Teniersstraat lopen, stond al sinds begin 17e eeuw een waskaarsenfabriek genaamd “die Honingbije”. Dat was toen een aardig eindje buiten de stad. Maar in de 19e eeuw reikten de uitbreidingsplannen ook tot daar en verder. Niemand wilde er echter huizen laten bouwen, want in de omgeving van de kaarsenfabriek stonk het vreselijk. Ook was het zo, dat de werkzaamheden voornamelijk door jonge meisjes, ‘waspitten’ genaamd, werden verricht, die vaak 14 uur per etmaal in zwavelzurige dampen moesten werken. Koning Willem III had in een balorige bui de fabriek ook nog eens het predicaat ‘koninklijk’ verleend. Daardoor en door de hoge prijs die de eigenaren voor de uitkoop vroegen, heeft het tot 1906 geduurd voordat de fabriek eindelijk kon worden opgekocht en afgebroken. Het fabrieksterrein dat uiteindelijk vrijkwam heeft mede gezorgd voor de merkwaardige vorm die het huidige Johannes Vermeerplein heeft gekregen.

Zo kon Amsterdam uiteindelijk ongestoord het grondgebied uitbreiden over de Van Baerlestraat tot bijna bij de Zuidelijke Wandelweg en was er ruimte gemaakt voor de uitbreiding van (Oud-)Zuid en het toekomstige Nieuw-Zuid.
 
Geef uw reacties via hjcras@gmail.com